Pagina's

Het podagristenpad


Coevorden-Bad Bentheim

De naam van het pad verwijst naar drie podagristen. Voetjicht (podagra) ontstaat door het kristalliseren van urinezuur met als gevolg snel opkomende ontstekingen,in de tenen of in de enkel. In Bad Bentheim is van oudsher een kuuroord. Dankzij de zwavelbaden genazen de mannen in 1843 van de jicht. Het verhaal gaat dat de drie na de genezing te voet naar Coevorden liepen. Geloof het niet. Vanaf Neuenhaus heeft een plaatselijke voerman ten minste twee van hen met een paardenkoets naar Coevorden of Assen gebracht. De derde geef ik het voordeel van de twijfel. Ds. A.L. Lesturgeon (1815-1878)  heeft de tocht mogelijk wel zelf gelopen. Op de afbeelding van het standbeeld van de podagristen is Lesturgeon de middelste van de drie.




Coevorden heeft een station aan de spoorlijn Zwolle-Emmen. Van ma t/m za is er ook een verbinding met Almelo. De intercity Osnabrück-Amsterdam stopt te Bad Bentheim. De wandeling is ruim 75 km lang. De route is op twee plaatsen slecht bewegwijzerd. Een wandelkaart of een routebeschrijving is onmisbaar.

De tocht is door de podagristen gepubliceerd in de uitgave: ‘Drenthe in vlugtige omtrekken geschetst’. Het pad tussen Neuenhaus en Wilsum wordt als volgt beschreven:

‘Wij vervolgden onze reis te voet over eene eenzame heide, langs een lijnregten weg. De schepping is hier uitgestorven. Ter nauwernood ontluikt er voor den voet des wandelaars een enkel heidebloempje; zelden hoort gij hier eenig geluid, dan een afgedwaalden raaf, ’t getjilp eener grasmusch, die hij uwe nadering schichtig ’t nest verlaat of ’t eentonig geschreeuw van een ontelbaar aantal kievieten, die hier hunne verzamelplaats hebben, om bij naderen van ’t ongure weder, naar warmer streken te verhuizen. Eenmaal in ’t jaar slechts vertoonen zich hier sporen van menschelijk leven: ’t is de dag, waarop de Uelser kermis gehouden wordt. Dan is deze weg bezaaid met wagens, ruiters en voetgangers, die van alle kanten naar de beroemde jaarmarkt stroomen, en ter veraangenaming van deze eenzelvigen togt hunne vreugde in luide gezangen lucht geven. Dan schateren de gehuifde boerenwagens van scherts en jokkernij, en zoo ze klappen dan is ’t niet zelden, van minneknepen en galanteriën’


De richting en de etappes (4 in plaats van 5) van de op deze blog beschreven route wijken af van de oorspronkelijke route:.


De route Coevorden-Bad Bentheim verdeelt in 4 etappes:
1. Coevorden-Emlichheim               13 km
2. Emlichheim-Neuenhaus              24 km
3. Neuenhaus-Nordhorn                  17km
4. Nordhorn-Bad Bentheim             25 km

De route is bewegwijzerd met het volgende bordje:




1. Coevorden-Emlichheim

Het begint goed. Er is in de Arriva trein van Mariënberg naar Coevorden met een heuse stilte coupé, daarin een ruime vierzitter, met tussen de banken een echte, houten tafel. Coevorden, in het zuid-oosten van Drenthe, is een aardige, oude stad (944) en beschermd door vestingwerken. Wij gebruiken te dure koffie met appelgebak in het Stadscafé en bereiken vervolgens het kasteel, het startpunt van het Podagristenpad.


Een lange weg door het Duits-Nederlandse Europark, de trots van Coevorden en Emlichheim, vereist enig uithoudingsvermogen. Het dorp Laar is precies zo als een dorp bedoeld is. Hier is ook de eerste kennismaking met de Vecht en met het beroemde Bentheimer Sandstein, gewonnen in de oude zandsteenlagen van de Grafschap Bentheim. Het is een zuivere, relatief stevige zandsteen met een gelijkmatige structuur in vele varianten. Het Paleis op de Dam is gebouwd met de Bentheimer Sandstein. Jammer dat de stenen zo zijn verkleurd door de luchtvervuiling.


Bij de brug over de Vecht staat dit standbeeld dat opgebouwd is uit de verschillende soorten Bentheimer Sandstein. Het pad loopt verder door het Vechtdal, ten zuiden van Echteler, richting Emlichheim. Zo’n 3 km ten zuid-westen van Emlichheim brengen wij de nacht door bij Gästehaus Meyerink, aan de route, naast het ‘Kleine Café’. De gastvrouw spreekt gewoon Twents. Via de buitentrap worden wij toegelaten tot de eerste verdieping. Daar ontmoeten wij twee zwaar gebouwde, volslanke mannen, monteurs uit Leipzig, die hier een kamer huren. Wij gebruiken samen de badkamer en de keuken. ’s Avonds verorberen de heren een flinke brok beenham, zeg maar op zijn Obelix’s. Wij kiezen voor een fietstocht naar Erlichheim waar we eenvoudig, maar voedzame maaltijd bij de plaatselijke Turk gebruiken. ’s Morgens is er een uitgebreid ontbijt met zelf gebakken brood en eigen gemaakte jam.  

2. Emlichheim-Neuenhaus

Negen uur precies stappen wij weer in de benenwagen. De route loopt door het open veld naar het dorp Wilsum. Het gebied is dunbevolkt; je ziet er zelden iemand. Onze passage is voor Katja een welkome onderbreking van haar toch wel wat saaie leven. Ze klaagt niet.


Na Wilsum volgen Uelsener bossen en het vakantieoord de Badesee Wilsumer Berge. Hier blijkt dat het Podagristenpad niet goed wordt onderhouden. De route eindigt plotseling bij een onneembaar hoog hek, de afscheiding met het Ferienpark. Wij lopen terug, nemen de provinciale weg, lopen door het wat deprimerende park, maar de bordjes van het Podagristenpad ontbreken. Wij volgen een rood/wit route die ons uiteindelijk weer op het juiste pad brengt. De eerste onvoorziene omweg. Via een mooi, glooiend landschap lopen we verder richting Neuenhaus.


Neuenhaus is een aardig stadje met bijna 10.000 inwoners:


Ons beoogde hotel is gesloten. Een dame op leeftijd ziet ons moedeloos voor de deur staan. Haar hart verdraagt het niet; ze loopt met haar rollator naar ons toe en vertelt ons dat de eigenaar elders alleen telefonisch bereikbaar is. Bellen lijkt ons geen goed idee. De dame in kwestie is graag bereid ons bij een ander hotel te brengen. Dat duurt wel even. Waarom zijn er geen rollators met hulpmotor? Zij brengt ons uiteindelijk bij hotel Haus Brüneman. In de doppelzimmer van €99,-  willen wij wel graag goed slapen. Dat is niet eenvoudig. De kamer ligt boven het ventilatie systeem van de keuken. Het geluid doet denken aan de dieselmotor van een oceaanschip. De vriendelijke Duitse bedienster geeft ons zonder probleem een andere, ruimere kamer met bad. Het is hier iets minder lawaaiig. Wij eten prima bij het naastgelegen 'Restaurante Da Nando'.


3. Neuenhaus-Nordhorn

Rond half tien beginnen wij aan de 15km lange tocht naar Nordhorn. Wij lopen over mooie zandwegen, weer door het Vechtdal.


Bij de brug over de Vecht gaat het opnieuw mis met de route. Volgens de kaart moeten we de Vecht oversteken en de Haferkamp volgen. Het bordje van het Podagristenpad ontbreekt. We komen ten onrechte in Bimolten terecht. Een Langen loopt nooit terug. Wat verderop zie ik 'Zum Vechte'. Daar moeten wij in. Na een wat kilometers komen wij (via de Zuschlagstrasse) bij Frenswegen aan de Vecht. Hier zijn wel bordjes, één links en één rechts van de Vecht. Wij gokken op links. Even later blijkt dat de route rechts dood loopt. Via de Vecht bereiken we het centrum van Nordhorn, het stadje met de Vecht, de Vechtsee en diverse kanaaltjes wordt niet geheel ten onrechte een 'waterstad' genoemd.


Nordhorn telt ruim 50.000 inwoners. Wij overnachten bij het traditionele stadshotel Bonke aan de Stadtring, op loopafstand van het winkelcentrum, met zicht op de textielfabriek van Willem Stroink uit Enschede.

Bij toeval ontdekken wij in de Bentheimerstrasse, in het verlengde van de Hauptstrasse, een piepklein Portugees restaurant. Er staan vier hoogzit tafels; er was geen ruimte meer voor een toilet. Bij binnenkomst zit de Portugese eigenaar aan tafel lekker de krant te lezen. Het ruikt er heerlijk naar kruiden en het zuiden. Een spijskaart ontbreekt. Wij kunnen kiezen uit een menu met kip of een menu met vis. Dat wordt dus vis. Vervolgens gaat de man in de half open keuken aan het werk. Hij zet een drie gangen maaltijd voor ons neer, met verse gerechten en kruiden, inclusief een karaf wijn voor €11,50 per persoon. Dat moest verboden worden. Het was heerlijk.


4. Nordhorn-Bad Bentheim

Vroeg uit de veren voor een 25 km lange tocht. Er is regen voorspelt. In hotel Bonke is het om 7 uur al een drukte van belang. Wij zijn zeker niet de eerste voor het ontbijt. De prijs (€75,-) en de ligging maken het hotel kennelijk aantrekkelijk voor de werkende stand. Wij krijgen een tafeltje toegewezen naast twee net nog niet wakkere mannen in kleurige werkkleding. Een Duits-Twents sprekende dame serveert het ontbijt. Midden op tafel ligt pontificaal een rol aluminium folie. Het is hier gebruikelijk dat de ontbijtgasten zelf een lunchpakket samenstellen; er is brood genoeg en er zijn lekkere appels en mandarijntjes. 

Wij verlaten de stad om 8 uur en lopen langs het kanaal Almelo-Nordhorn naar het zuiden. Het is een tijdstip waarop de wereld weer op gang komt. We zien, voor een Duitse stad, ongewoon veel fietsers. De stad kent een goed fietsnetwerk, zo las ik ergens. De weg langs het kanaal is weliswaar recht, maar dankzij de oude bomen sfeervol. Ter hoogte van Denekamp lopen wij weer een stukje door Nederland via een grensweg. Daar wacht ons een verassing: een (grens)commiezenhut uit 1942:



'Am Birkenvenn' gaat het regenen. De nieuwe capes worden uitgepakt en aangetrokken. We lopen verder in ons eigen, glazen benenwagen. De regen maakt dat geluiden anders klinken, zo er geluid zou zijn in dit uitgestorven gebied. Bankjes ontbreken. Ter hoogte van de Isterberg vertoont mijn partner een grauw uiterlijk. Ten einde raad beklimmen we met enige moeite een hoogzit. In die dingen zijn de Duitsers goed: hoog en droog:



De hut is niet winddicht. Met verkleumde beentjes, die later nauwelijks nog warm te lopen zijn, bereiken wij weer de grond. Het regent nog steeds. Uiteindelijk bereiken wij Forst Bentheim, waar we 2 km voor Bad Bentheim nog een Denkmal ontdekken in Bentheimer Sandstein:



Bij station Bad Bentheim wacht ons een laatste verassing. We reppen ons naar spoor 2 waar de stoptrein naar Oldenzaal klaar moet staan. Géén trein te bekennen. Gelukkig is er op het station een loket. Het loket is tijdelijk gesloten, maar wachten loont. De beambte arriveert reeds na tien minuten. Hij vertelt ons dat de trein naar Oldenzaal ‘Kaputt’ is. Wij kunnen wel met de bus naar Oldenzaal. Een alternatief is de intercity, maar die is wel duur; €25,- voor een kwartiertje rijden naar Hengelo. Dankzij onze kortingskaart wordt het uiteindelijk €19,50.  Het is inmiddels droog en wij kijken terug op een mooie, afwisselende tocht. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten